In Lars and the Real Girl (2007), geregisseerd door Craig Gillespie, begint de jonge, introverte Lars een relatie met Bianca, een levensechte pop. Voor Lars is Bianca geen object, maar een volwaardig persoon. Zijn familie is verbijsterd en weet zich geen raad. In hun bezorgdheid raadplegen ze de plaatselijke arts, in de hoop dat zij Lars kan ‘repareren’.
De arts kiest echter een andere benadering. In plaats van Lars’ gedrag als pathologisch te duiden, ziet zij het als een creatieve en betekenisvolle poging om met een diepere behoefte of pijn om te gaan. Ze stelt voor om mee te gaan in zijn beleving: als de gemeenschap Bianca als echt beschouwt, kunnen ze Lars van binnenuit helpen.
Deze film is bijzonder interessant in het licht van Max Webers idee van de “onttovering van de wereld”. De reactie van Lars’ broer weerspiegelt de moderne, wetenschappelijke houding: elk verschijnsel moet verklaard kunnen worden, liefst met een oorzaak die vervolgens kan worden aangepakt – zoals je een klok repareert die is stilgevallen. Het gedrag van Lars is in die visie een storing.
De arts daarentegen vertegenwoordigt een meer symbolische of hermeneutische benadering: ze probeert het gedrag te begrijpen in plaats van het alleen te verklaren. Waar de broer uitgaat van een maakbare, beheersbare werkelijkheid, laat de arts ruimte voor betekenis, verbeelding en relationele zingeving.
Lars and the Real Girl met Ryan Gosling en Emily Mortimer biedt zo een ontroerend en filosofisch waardevol verhaal over hoe we omgaan met ‘afwijkend gedrag’ en met de menselijke behoefte aan verbinding, zelfs als die zich buiten het gewone uitdrukt.